Mono-mestvergisting is geen nieuwe techniek en het is al jaren mogelijk om het toe te passen. Dit gebeurt echter nog niet doordat de techniek relatief duur is in verhouding tot de gasopbrengst van mest. De gasopbrengst van mest is ten opzichte van bijvoorbeeld bijproducten die toegevoegd worden aan co-vergisting, erg laag. Binnen de huidige SDE+ regeling is het al wel mogelijk om subsidie aan te vragen voor mono-mestvergisting maar doordat de techniek duur is, is de pot met subsidie vaak al leeg als de mono-vergisters aan de beurt zijn. Hierdoor komt tot op heden de mono-mestvergisting niet op gang in Nederland.
Door de nieuwe regeling komt er wellicht verandering in de situatie en is de hoop dat mono-mestvergisting nu wel van de grond komt. De bedoeling van de regeling is om kortstondig mono-mestvergisting te stimuleren. Hier is maar liefst 150 miljoen euro voor beschikbaar met als doel de techniek als geheel goedkoper te maken.
De regeling komt buiten de reguliere SDE+ te liggen en is vergelijkbaar met de tender ‘’Wind op zee’’ waar ook een apart budget voor beschikbaar is. Bedrijven kunnen de krachten gaan bundelen en gezamenlijk bijvoorbeeld een aanvraag doen voor 50 installaties zonder dat vooraf locaties en/of vergunningen benodigd zijn. Wel is het nodig om met een bankgarantie te komen die bij niet tijdige realisatie als boete zal worden geïnd. De projecten moeten namelijk binnen 2 jaar gerealiseerd zijn. Er is een maximale installatiegrootte van 300 kW opgenomen in de regeling waardoor specifiek ingestoken wordt op boerderijschaal mono-mestvergisters. Ook is het niet geoorloofd om bijproducten toe te voegen wat binnen de huidige SDE+ regeling nog wel mogelijk is tot een maximum van 5%. Er kan tot 12,5 cent per kWh aangevraagd worden. Doordat het in de vorm van een tender wordt georganiseerd krijgen lagere inschrijvers wel voorrang.
Elke melkveehouder heeft weer een eigen situatie. Of het nu gaat om de hoeveelheid geproduceerde mest, of de stalvloer, de mestopslag, of de mogelijk tot toegang van het elektriciteitsnet of gasnetwerk. Dit vormt al de basis van je project om met mono-mestvergisting aan de slag te gaan.
Hoewel bij het aanvragen van de SDE+ subsidie geen vergunning nodig is, moet bij het plaatsen van een installatie wel het één en ander gebeuren. In de meeste gevallen valt dit onder het activiteitenbesluit en zal hiervoor een melding moeten worden gedaan.
Welke installatie past het best bij jouw situatie? In deze regeling worden drie zeer verschillende installaties genoemd. Ieder met zijn eigen “voors en tegens”. Wat moet er nog extra worden geïnvesteerd om de installatie goed te laten aansluiten op eigen locatie? Ga je het biogas omzetten in elektriciteit en warmte (heb je mogelijkheden om de warmte te benutten?) of is het opwaarderen naar groen gas (aardgaskwaliteit) de beste optie? Wat doet dat met je totale businesscase?
Om de SDE+ subsidie te kunnen innen moet er een meetprotocol en een meetrapportage worden overhandigd. Dat is geen grote moeite, maar moet wel gebeuren. Zomaar een aantal zaken waar je vooraf goed over na moet denken voor je start.
Mijn voorlopige conclusie na het lezen van de nieuwe regeling is dat het best nog wel lastig wordt om een goede businesscase neer te zetten voor mono-mestvergisting. De 12,5 cent is het maximumbedrag wat verkregen kan worden zal niet direct een goede businesscase opleveren. Ook werkt het vooruitzicht van een boete bij het niet realiseren niet motiverend. We zullen de ontwikkelingen blijven volgen en zoveel mogelijk verschillende businesscases van mono-mestvergistingstechnieken bepalen om zo u, als melkveehouder, van goed advies te kunnen voorzien.
Opiniestuk geschreven door adviseur Hendrik van Houten, 4-10-2016