Afgelopen vrijdag 28 juni presenteerde het Rijk het langverwachte Klimaatakkoord. Met zijn 293 pagina’s is het niet een heel toegankelijk document geworden, maar de inhoud is wel belangrijk. Vooral gemeenten krijgen een belangrijke rol toebedeeld in de verduurzaming en in de warmtetransitie van de gebouwde omgeving. Maar wat wordt er nu precies van gemeenten verwacht, afgaande op het klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving? Welke partijen zijn betrokken en wie moet wat en wanneer doen? Ik ben in het Klimaatakkoord gedoken en deel graag mijn bevindingen.
Manager publiek domein
Het klimaatakkoord stuurt vanuit CO2-reductie. In totaal moet volgens het klimaatakkoord 3,4 Mton tot 2030 in de gebouwde omgeving gereduceerd worden. De periode tot 2030 kun je in drie fasen knippen:
De onderzoeksfase is tot nu toe het meest concreet uitgewerkt, hieronder zal ik mij vooral richting op deze eerste fase.
De Leidraad is in tweeën op te splitsen: er is de Startanalyse, welke wordt uitgevoerd door Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het doel van de analyse is om de gevolgen van verschillende (warmte) opties op buurtniveau, de maatschappelijke kosten en kosten voor de verschillende eindgebruikers in de wijk weer te geven. Daarnaast zal er een inzicht zijn in de gevolgen voor de CO2-uitstoot en energievraag.
Tot 27 mei hebben gemeenten de tijd gehad data aan te leveren voor deze technische en economische analyse. PBL is op dit moment aan het rekenen met de data op basis van het model Vesta MAIS. Eind september zal een 80% versie van de analyse klaar zijn. Zodra gemeenten alvast er mee aan de slag kunnen. De definitieve analyse van PBL wordt begin 2020 verwacht.
Daarnaast bestaat de Leidraad uit een handreiking lokale analyse. Het doel hiervan is om inzicht in tijdspad en benutten van koppelkansen zichtbaar te maken. Dit is waar de gemeenten de startanalyse kunnen verrijken met eigen lokale data. De handreiking zal gemeenten helpen de startanalyse verder in detail uit te werken, geeft advies over het toepassen van relevante lokale data (bijv. planning rond energie infrastructuur) en richtlijnen voor een integrale omgeving.
In maart 2020 is de Leidraad volledig beschikbaar.
Op basis van het bovenstaande kunnen gemeenten de meest kostenefficiënte wijken selecteren en de keuze hiervoor motiveren om tot besluitvorming te komen. Ik vraag me alleen sterk af of deze selectie op louter technische en financiële criteria werkelijk gaat leiden tot de meest kansrijke wijken om voor 2030 aan te pakken. Vanuit een organisatorisch punt is het erg belangrijk om vanaf begin af aan met de juiste partijen aan tafel te zitten en een gedragen plan te creëren. Zo kun je voorkomen dat er verrassingen opduiken. Daarnaast is het communiceren over de plannen vanaf het begin en burgers de gelegenheid te geven om te reageren op de plannen heel belangrijk voor een soepel verloop van planning en uitvoering. Zonder draagvlak en participatie kan een NIMBY-effect ontstaan, zoals eerder wel is geweest met windmolens.
Een ander onderdeel van het Rijk haar ondersteuning is het Expertise Centrum Warmte (ECW). ECW beheert en ondersteunt het proces van de Leidraad en is daarnaast een kenniscentrum op het gebied van technische, economische en duurzaamheidsaspecten. Met bijvoorbeeld informatie over technische kennis rondom warmte-opties, handreiking marktordening en informatie over warmtebronnen zoals aquathermie en geothermie.
Door het bovenstaande lijkt het misschien alsof alles straks al gedaan of beschikbaar gesteld is door het Rijk en die eerste fase een eitje gaat worden. Echter is dit niet het geval. Mijn collega’s zijn zich op dit moment aan het verdiepen in het model Vesta MAIS van PBL en zeggen dat het niet eenvoudig te begrijpen of toe te passen is, voor de gemiddelde persoon die zich niet thuis voelt in de harde IT coderings wereld, waaronder ikzelf. Door zich nu al in het model in te verdiepen, zijn mijn collega’s wel in staat straks hun kennis te delen en jullie te helpen.
Als laatste zou ik nog willen meegeven, dat naar mijn mening de Leidraad en het Expertise Centrum Warmte zeker zullen bijdragen aan een goede eerste fase om te komen dat aardgasvrije wijken. Maar het belangrijkste in mijn ogen zijn draagvlak, participatie en communicatie. Zonder deze drie kun je nog zo’n mooie startanalyse hebben en Omgevingsplan-proof plannen en besluiten hebben, zonder betrokken en vooral ook goed geïnformeerde burgers kom je nergens.
We zijn begonnen aan een uitdagende transitie, waarbij nog niemand het wiel heeft uit gevonden. We hebben allemaal een stukje van de puzzel, dus laten we vooral kennis en informatie delen. Samenwerken en puzzelen aan deze transitie, dan gaan we er komen!
Wilt u meer weten over het klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving? Neem dan contact met mij op.
"Ik help u graag met alle vragen over de gevolgen van het klimaatakkoord in uw regio"
Manager publiek domein