Leeuwarden, september 2019
Sinds 2015 hebben gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen over een aantal taken uit het sociaal domein. Deze taken zijn overgenomen van de Rijksoverheid: decentralisatie. Een enorme uitdaging, die de nodige aanpassingen, menskracht en geld kosten .
Gemeenten zijn nog maar nauwelijks gewend aan deze nieuwe taken en verantwoordelijkheden, of de volgende grote uitdaging is er al, beschreven in het Klimaatakkoord. Maar wat moeten, en wat mogen gemeenten eigenlijk? En hoe worden ze geholpen? In dit artikel leer je alles wat je moet weten over de verplichtingen, mogelijkheden en stimuleringskansen voor het verduurzamen van jouw gemeente.
De nationale doelstellingen voor de reductie van CO2 uitstoot zijn:
Volgens berekening was de totale uitstoot van de broeikasgassen in Nederland ongeveer 228 miljoen ton CO2. In 2030 moet die uitstoot 49% lager zijn, dus 116 Mton. Zonder het Klimaatakkoord zou de uitstoot in 2030 op 165 Mton uitkomen. Het Klimaatakkoord moet dus zorgen voor nog eens 49 Mton minder broeikasgassen in het jaar 2030. Deze ‘extra’ reductie is verdeeld over 5 sectoren en ziet er als volgt uit:
Van de 5 sectoren, hebben de gemeenten met name verantwoordelijkheden in de sectoren: elektriciteit en gebouwde omgeving. Bij de andere sectoren speelt de rol van de gemeenten een veel kleinere, soms ondergeschikte rol en zijn voornamelijk andere partijen die het voortouw moeten nemen.
Bij de sector elektriciteit gaat het met name om de opwek van duurzame energie. Hier is een rol weggelegd voor de regio. De definitie van het woord regio is er een met vele verschillende betekenissen. In dit geval gaat het om de Regionale Energie Strategie (RES) regio’s. Hiervan zijn er 30 in Nederland. Elke regio krijgt de ruimte zelf te bepalen hoe zij de doelen haalt om meer duurzame energie op te wekken. In de RES werken gemeenten samen met de Provincie en met maatschappelijke partners, netbeheerders (voor gas, elektriciteit en warmte), het bedrijfsleven en (waar mogelijk) bewoners regionaal gedragen keuzes rondom duurzame energie opwek uit.
In 2050 moeten 7 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen van het aardgas af. Een hele opgave, waarin de gemeenten een centrale rol hebben. Samen met bewoners en gebouweigenaren bepalen zij per wijk wat de beste oplossing is voor warmte en stroom: warmtenetten, warmtepompen, volledig elektrisch of nog anders. Uiterlijk in 2020 wordt in een Transitievisie warmte de volgorde en het tijdpad vastgelegd waarin wijken worden aangepakt. Dat kan elke vijf jaar worden aangepast. Voor de wijken die voor 2030 op de planning staan, dienen tevens Wijkuitvoeringsplannen (WUP) gemaakt te worden:
Er zijn verschillende middelen en projecten die worden ingezet om kennis en ervaring te halen, zodat niet iedereen het wiel opnieuw hoeft uit te voeren. Maar ook om kosten te drukken. Er zijn bijvoorbeeld proeftuinen Aardgasvrije Wijken en ‘startmotorprojecten’. Die vormen een opstap naar standaardisering van gebouwtypes en aanpak. Dat leidt tot lagere kosten.
Daarnaast hebben PBL en het Expertise Centrum Warmte (ECW) de Leidraad ontwikkeld. Een instrument waarmee gemeenten een goed onderbouwde Transitievisie Warmte kunnen opstellen.
De Leidraad bestaat uit twee onderdelen: de Startanalyse en de Handreiking voor lokale analyse. De Startanalyse is een technisch-economische analyse op basis van landelijke data die door het PBL gemaakt is in model Vesta MAIS. Deze biedt op buurtniveau voor vijf aardgasvrije warmtestrategieën (technieken) een eerste beeld van de technisch-economische en duurzaamheidsgevolgen (zoals nationale kosten, energievraag, CO2 -uitstoot).
In de Handreiking voor lokale analyse staan voornamelijk tips en richtlijnen om gemeenten en modelmakers te ondersteunen bij het verrijken van de Startanalyse met een eigen analyse op basis van lokale data - afkomstig van de gemeente en (lokale) stakeholders.
Wil je actief aan de slag met het verduurzamen van jouw gemeente? En ben je benieuwd hoe je dit het beste kunt aanpakken? Dan helpen wij je graag. Ekwadraat begeleidt jouw duurzame project van idee tot realisatie. We kunnen u begeleiden op alle facetten van de warmtetransitie, waaronder: Vesta Mais, de startanalyse en de transitievisie warmte.
Wij bedenken slimme oplossingen, berekenen deze en zorgen voor de juiste invulling. Vervolgens analyseren we de mogelijke subsidies en verzorgen de aanvraag. Tenslotte helpen we bij het kiezen van de juiste leverancier en begeleiden wij het realisatieproces, zodat zeker is dat alles gerealiseerd wordt, zoals afgesproken.
Door onze onafhankelijke positie en onze 17 jaar ervaring realiseren we samen de beste oplossingen voor jouw gemeente.
Wil je meer informatie over de verplichtingen en kansen voor jouw gemeente? Of heb je een concreet plan waar je mee aan de slag wilt? Neem dan contact met ons op wij begeleiden je graag naar een duurzame toekomst.
"Benieuwd welke kansen voor uw gemeente interessant zijn?"
Senior adviseur