Aardgasvrij wonen vraagt om actie van het Rijk

De komende jaren moeten zo’n 100 bestaande wijken aardgasvrij worden. Om dit te stimuleren  werd  in 2018 gestart met de eerste tranche van 27 proeftuinen van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). In oktober 2020 kwamen hier nog eens 19 nieuwe proeftuinen bij. Een geselecteerde proeftuin krijgt financiële steun van de Rijksoverheid zodat de businesscase sluitend gemaakt kan worden en lessen geleerd worden die voor de rest van Nederland ook belangrijk zijn.

Nu een aantal jaar na de start van de proeftuinen heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) onderzoek gedaan waarbij zij, van veertien wijken die voorloper zijn in de transitie naar aardgasvrij stakeholders hebben geïnterviewd. Om zo te achterhalen welke knelpunten de proeftuinen tegenkomen in hun traject naar realisatie van een aardgasvrije wijk. Hieruit kwam ook een oproep aan de Rijksoverheid.

De belangrijkste knelpunten volgens het onderzoek van PBL

  • De overgang naar een aardgasvrije warmtevoorziening vraagt zeer gedetailleerd maatwerk, hierdoor duurt het aardgasvrij maken van de onderzochte proeftuinen vaak langer dan gedacht.
     
  • Er zijn grote verschillen tussen woningen in de onderzochte wijken.
     
  • Er zijn grote verschillen in de bereidheid en de mogelijkheden van de bewoners om met het veranderingsproces mee te doen.
     
  • Er zijn nog geen standaardstructuren voor kostenverdeling en is het onduidelijk wie welke risico’s en verantwoordelijkheden draagt.
     
  • Om de financiën sluitend te krijgen blijkt vaak extra ondersteuning nodig.
     
  • Wetgeving die beschermd bedoeld zijn beperken de transitie.
     
  • Gemeenten hebben niet de benodigde kennis, kunde en tijd om de nieuwe vaardigheden die nodig zijn te ontwikkelen.
     
  • Er is geen breed gedragen verhaal over nut en noodzaak van een aardgasvrije woonomgeving.
     

Volgens PBL vraagt het oplossen van de blijvende knelpunten om keuzes en acties op Rijksoverheid niveau. Hierbij noemen zij het faciliteren van condities om lokale ontwikkelingen gemakkelijker te laten gaan en keuzes bij de verdeling van kosten en risico’s.

Wijk problematiek

De proeftuinen zijn leerzame trajecten, helaas is het lastig om de geleerde lessen ergens anders toe te passen. Dit heeft te maken met de contextafhankelijkheid en het vele maatwerk dat er komt kijken bij het aardgasvrij maken van wijken. Dit geldt dan vooral voor hardnekkige problemen die te maken hebben met de betrokkenheid en/of weerstand van de wijkbewoners. De verschillende warmtetechnieken vragen namelijk om een andere oplossing bij mensen thuis. Daarnaast zijn er grote verschillen tussen de woningen, de bereidheid en financiële mogelijkheden van de bewoners.

Soms zijn kostbare omwegen nodig, zoals een dubbele infrastructuur, omdat enkele bewoners (nog) niet aangesloten willen worden op een warmtenet. Voor bewoners is woonlastenneutraliteit het uitgangspunt, dat is ook zo opgenomen in het Klimaatakkoord. De initiatieven zijn echter veel tijd kwijt om de financiën sluitend te krijgen en om deze woonlastenneutraliteit te garanderen. Om de financiën sluitend te krijgen blijkt dan vaak extra financiële steunnodig, zoals een subsidie. Het aanvragen van verschillende subsidies kost dan weer extra tijd. In andere gevallen doet een partij soms een eenmalige toezegging om het initiatief verder te brengen. Het is in dit geval niet altijd dezelfde partij die een extra investering doet. Al dat maatwerk zorgt ervoor dat de het aardgasvrij maken van een wijk vaak langer duur dan gedacht.

Wet- en regelgeving

Daarnaast zijn er de structurele problemen op hoger niveau die het proces vertragen. Beschermend bedoelde wetgeving zorgt voor een vertraging van de transitie, bijvoorbeeld de Europese aanbestedingsregels. Andere wettelijk ontwikkelingen, zoals de Warmtewet 2.0, kunnen in die toekomst mogelijk (gedeeltelijk) voor een oplossing zorgen. Maar dit geeft nu geen oplossingen. 

Gemeenten hebben vaak moeite om de kennis, kunde en tijd vrij te maken om de benodigde nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Er ontbreekt op dit moment ook een breed gedragen verhaal dat ingaat op de noodzaak en het nut van een aardgasvrije woonwijk. Dit zou kunnen binnen de wijken kunnen helpen om draagvlak te creëren.

Oproep aan de Rijksoverheid

Al deze knelpunten bemoeilijken en vertragen de transitie, terwijl dat op zich al een complex proces is. Volgens PBL vraagt het oplossen van de blijvende knelpunten om keuzes en acties op Rijksoverheid niveau. Hierbij noemen zij het faciliteren van condities om lokale ontwikkelingen gemakkelijker te laten gaan en keuzes bij de verdeling van kosten en risico’s.


De tijd dat aardgasvrij wonen en technische opgave was ligt (gelukkig) al een aantal jaren achter ons. Dat zien we ook terug in dit onderzoek van PBL. Hoe kunnen we komen tot een eerlijke verdeling van kosten en risico’s en hoe kunnen gemeenten goed geëquipeerd zijn om hun inwoners te betrekken en mee te nemen in hun klantreis naar aardgasvrij wonen? Dát is waar het om gaat. Wanneer het Rijk voldoende mogelijkheden biedt om lokaal deze dilemma’s te beslechten ontstaan lokale waarde modellen waarmee het aardgasvrij wonen (op termijn) de norm wordt! 

Wij helpen gemeenten graag bij het aardgasvrij maken van hun wijken!

Neem vrijblijvend contact met ons op voor meer informatie of een kennismakingsgesprek.


● 
Vrijblijvend antwoord   Binnen 1-2 werkdagen

"Ons team helpt gemeenten graag
bij het aardgasvrijmaken van hun wijken"

Rob Goes

Manager sales & marketing

Gerelateerde projecten